BIM Connected

BIM data management: 8 manieren om data-uitwisseling tussen opdrachtgever en aannemers mogelijk te maken

Written by BIM-Connected | Aug 5, 2021 7:30:00 AM

BIM data management: 8 manieren om data-uitwisseling tussen opdrachtgever en aannemers mogelijk te maken

BIM data management staat meer dan ooit in de spotlight. Dat is niet gek, want de data-uitwisseling tussen opdrachtgever en aannemers kan veel opleveren. Door het onderhouden, actualiseren, beheren en beveiligen van data in BIM-modellen, is deze compleet, betrouwbaar en op tijd beschikbaar voor toepassingen die gebruik maken van de data en data-uitwisseling. 

Zo optimaliseer je door BIM data management jouw processen, samenwerkingen en neem je betere beslissingen. Tegelijkertijd is BIM data management veelomvattend. Want waar moet je beginnen? In dit artikel delen we acht manieren om data-uitwisseling tussen opdrachtgever en aannemers mogelijk te maken.

Het belang van data-uitwisseling

De kern van BIM data management en de digitalisering van de asset levenscyclus is data-uitwisseling. Objecten zoals gebouwen, bruggen, wegen en tunnels zijn lang in gebruik. Een levensduur van tientallen tot meer dan honderd jaar is geen uitzondering. 

Om gedurende deze periode op een juiste manier invulling te geven aan het beheer en onderhoud, is het belangrijk om over alle relevante en benodigde informatie uit de ontwerp- en realisatiefase te beschikken. Alleen dan ontstaat een actueel, betrouwbaar en compleet beeld van het object en kun je op data sturen (Wat is de status? Moet ik daar nu op handelen? Etc.).

Wanneer de data niet op orde is, kost dit onnodig veel tijd en geld. Nog steeds worden dagelijks inspecteurs op pad gestuurd om de staat van objecten te inspecteren. Regelmatig blijken deze in slechte staat te zijn en blijkt dat dit al jaren het geval is. Echter: men wist het niet omdat de benodigde informatie ontbrak.

Goede data-uitwisseling, met als fundering de object type library, zorgt ervoor dat er geen data verloren gaat bij de uitwisseling én alle relevante gevraagde data is gecontroleerd op juistheid en compleetheid. Zo krijgt de opdrachtgever een actuele, betrouwbare en complete dataset op basis waarvan hij beheer en onderhoud uit kan voeren. 

Ook in deze fase blijft data-uitwisseling belangrijk. Door de informatie over het beheer en onderhoud over en weer te delen, blijft de data actueel.

In deze praktische business case, uitgevoerd bij TenneT, bespreken we mogelijkheden voor aannemers om data-uitwisseling met partijen praktisch in te richten.

Acht manieren om data-uitwisseling mogelijk te maken

Om data-uitwisseling mogelijk te maken zijn er twee dingen belangrijk. Allereerst het gebruik van de juiste standaarden. Deze worden gebruikt om afspraken en eisen over de data(-uitwisseling) te maken. Daarnaast benoemen we manieren waarop je, aan de hand hiervan, data kunt uitwisselen.

1. ILS

ILS staat voor informatieleveringsspecificatie. Een ILS beschrijft wanneer, hoe en op welke voorwaarden je data uitwisselt. Deze standaard kun je gebruiken in combinatie met een OTL, die de informatie zelf beschrijft, maar ook met een IFC of zelfs Excel-bestand. Een ILS is een goed startpunt voor data-uitwisseling, waarbij de techniek later kan volgen.

2. OTL

We noemden het eerder in dit artikel al: de OTL of object type library. In deze structuur is vastgelegd welke informatie er nodig is. Daarnaast is een OTL een informatiemodel waarmee je data kunt classificeren. 

Je drukt hierin bijvoorbeeld het object ‘treinstation Eindhoven’ uit binnen het objecttype ‘treinstation’, zoals beschreven in de OTL. Een OTL helpt betekenis aan data te geven en maakt dat mensen en software deze kunnen begrijpen en interpreteren. Data binnen de OTL-structuur kan uitgewisseld worden door middel van linked data, maar ook via IFC of Excel.

3. ICDD

ICDD staat voor information container for linked document delivery en is een standaard én een manier om data uit te wisselen. Met ICDD kun je gestructureerd, op basis van linked datastandaarden, een informatie container (zip-file) opzetten waarin documenten en data aan elkaar gerelateerd zijn volgens een gedefinieerde structuur. Wanneer je deze standaard eenmaal goed hebt ingericht, kun je deze bij meerdere projecten goed en consistent toepassen. Zo kan alle data met betrekking tot een project op eenzelfde manier worden overgedragen. 

Naast data kan een ICDD ook verschillende gerelateerde bestanden en formaten bevatten. Om een ICDD goed op te zetten en uit te voeren is specifieke kennis nodig die vaak niet intern in de organisatie aanwezig is. Wij raden daarom aan om hiervoor advies in te winnen bij een extern consultancybedrijf.

4. IFC

Binnen de IFC-standaard (information foundation classes) kun je alle informatie rondom een project vastleggen. De eisen zijn dan veelal vastgelegd in een ILS of  BIM Protocol.ILS gaat met name in op beheer en onderhoud, waar een BIM Protocol zich meer richt op realisatie.  IFC is een bekende en veelgebruikte standaard in de markt en biedt de mogelijkheid om 3D-informatie gestructureerd uit te wisselen. 

Daarnaast kan er nog allerlei data conform de eisen toegevoegd worden aan een IFC. Het nadeel van een IFC is dat het vastleggen van de data veelal in native ontwerpapplicaties gebeurt. Hierdoor kan het vastleggen van eigenschappen en documenten buiten de intentie vallen en kan niet alle projectinformatie zomaar via IFC worden uitgewisseld. Een combinatie met andere bestanden is een goed alternatief.

5. Excel

Ook in Excel kun je informatie rondom projecten vastleggen. De eisen zijn in dat geval veelal vastgelegd in een BIM Protocol of ILS. Kies je voor deze manier, dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je je Excel-bestand op een gestructureerde manier opbouwt. Excel is foutgevoelig, omdat de structuren gemakkelijk aan te passen zijn door eindgebruikers. 

Anderzijds maakt het feit dat bijna iedereen met Excel overweg kan het een laagdrempelige manier van werken, waarmee je gemakkelijk en snel data kunt toevoegen.

6. Combinatie van manieren

Het gebruiken van een combinatie van de manieren om data uit te wisselen die hierboven beschreven zijn, zorgt dat je zoveel mogelijk kunt aansluiten op de bestaande werkprocessen en capaciteiten van organisaties. Het heeft de minste impact op het veranderen van de informatieoverdracht, vereist de minste investeringen (op basis van de keten) en je behaalt de hoogste kwaliteit. 

Anderzijds vraagt een combinatie van verschillende manieren wel meer inzet aan de zijde van de opdrachtgever. Deze moet zorgen dat de data, die in verschillende vormen binnenkomt, gecontroleerd en mogelijk geconverteerd wordt naar de verschillende databases van de organisatie.

7. Losse dataset per systeem

Voor veel organisaties is dit de huidige manier van werken. Hierbij wordt per systeem een losse dataset aangeleverd die in het betreffende systeem kan worden geïmporteerd. Er vinden geen conversies plaats. De data past altijd in de systemen zonder dat de opdrachtgever daar energie in hoeft te steken. De data wordt meervoudig, op verschillende manieren, ingewonnen, waarvoor de opdrachtgever indirect de rekening betaalt. 

Zo is het niet mogelijk om de datakwaliteit in samenhang te beoordelen, omdat je de datasets niet gezamenlijk kunt bekijken. Vooral bij onduidelijke definities en invulinstructies leidt dit vaak tot datasets die onderling inconsistent zijn.

8. Directe koppeling

In het geval van een directe koppeling staat data niet op één plek, maar is deze online gekoppeld. Hierdoor beschikt de eigenaar van de data over een grote decentrale dataset. De data is altijd actueel en er kunnen geen verschillen bestaan tussen systemen of kopieën van data. Juridisch gezien heeft elke partij de controle over de data waar deze verantwoordelijk voor is. 

De architect registreert bijvoorbeeld de vorm van een wand, de constructeur de materiaalkwaliteit en de aannemer de leveringsbon, zonder dat data gekopieerd hoeft te worden. Deze manier van werken kent op dit moment nog veel technische en juridische uitdagingen.